‘Ik wil om zeven uur ’s avonds thuis zijn, om nog een uur van de kids te kunnen genieten.’ Dat vertelde een 35-jarige werkende moeder aan een rekruteringsblad. Assertief, alsof het een moeizaam bevochten mensenrecht was.
Ze zei niet ‘mijn kinderen’ of ‘onze kinderen’ of ‘mijn twee dochtertjes’ of ‘Emma en Lientje’. Nee, ze zei ‘de kids’. Met een bepaald lidwoord dat heel onbepaald klinkt. De kids. Je vindt ze in de design living naast de iPod en het Bose geluidssysteem, voor het kamerbrede Bang & Olufsen tv-scherm. De kids, helemaal uitgedost door Fred en Ginger, een bewegend onderdeel van de lifestyle die verder met een BMW X5 (voor hem, de regiodirecteur bij een uitzendbedrijf) en een crèmekleurige Mini Cooper (voor haar, account manager bij een van de betere reclamebureaus) gecomplementeerd wordt. Een leven als een reportage uit Knack Weekend, of erger, de Nina. Het leven zoals het geleid moet worden, als je succesvol wil lijken.
Dat designkids al eens overgeven, pampers vuil maken en hoge koorts kunnen hebben, dat wordt weggefotoshopt uit het beeldige plaatje.
Ze zei genieten, genieten van de kids, zoals je van een Magnum, of van een Dom Perignon geniet, of van Sushi van bij... Zou haar vader ooit gezegd hebben dat hij van zijn dochter wilde genieten? Zou haar grootvader gezegd hebben dat hij van zijn zoon wilde genieten? Grootvader had veel kinderen nodig, als goedkope werkkrachten op de kleine keuterboerderij en hij was blij als hij alle monden min of meer gevoed kreeg.
Haar vader had eigenlijk geen zin in kinderen, maar seks was om voort te planten had de pastoor hem en zijn godvrezende trees van een vrouw duizend keer voorgehouden. Toch hield hij van zijn dochter en was hij trots toen ze haar universitaire diploma behaalde. Die vent waar ze mee trouwde, een gladde tafelspringer, dat vond hij maar niks. Zijn kleinkinderen, Emma en Lientje, dat waren zijn oogappels. Als het van hem afhing, hij zou ze anders opvoeden, ze niet zo verwennen, ze buiten laten spelen, ze niet zo opdutten. Zo worden het rotverwende ettertjes, egoïsten, narcisten, heel speciale en unieke wezens, niet bestand tegen de ellende die deze planeet voor hen in petto heeft binnen enkele decennia. Die aarde, kapotgeconsumeerd door de ouders van deze beeldige pronkbloedjes.
Mensen hebben voorbeelden nodig, rolmodellen aan wie ze zich kunnen spiegelen. Zelf had vader altijd veel respect voor Louis Tobback gehad. Zijn dochter echter heeft haar volledige spirituele heil gevonden bij Patricia Ceyssens, ooit minister van ZelfPromotie, de oer e-mama die man, kinderen (kids dus), werk en coiffeur wist te combineren tot een succesvol toonbeeld van een bestaan. Dat ze tegenwoordig haar tijd grotendeels bij die laatste doorbrengt, doet niks af aan de existentiële dwingendheid van haar idool. Vader heeft ook een gloeiende hekel aan die uitdrukking ‘de kids’. Hij zegt altijd ‘ons klein mannen’. Dat is Vlaams, oprecht, daar spreekt liefde uit. Kroost. Om voor te zorgen.
Kids, dat zijn kinderen als genotsmiddel, verwisselbaar consumptieproduct, attribuut van succesvolle yuppy-types. Poch- en pronkprojecten. Merkwaardig is de meervoudsvorm. Kids komen minstens met twee. Een gezin met één kind, noemt dat kind niet ‘het kid’, maar onze dochter of onze zoon. Of sterker nog, Onze Robbe, of ons Paulientje. Noem ze bij hun eigennaam, niet bij hun soortnaam, of hun status.
Ze zei niet ‘mijn kinderen’ of ‘onze kinderen’ of ‘mijn twee dochtertjes’ of ‘Emma en Lientje’. Nee, ze zei ‘de kids’. Met een bepaald lidwoord dat heel onbepaald klinkt. De kids. Je vindt ze in de design living naast de iPod en het Bose geluidssysteem, voor het kamerbrede Bang & Olufsen tv-scherm. De kids, helemaal uitgedost door Fred en Ginger, een bewegend onderdeel van de lifestyle die verder met een BMW X5 (voor hem, de regiodirecteur bij een uitzendbedrijf) en een crèmekleurige Mini Cooper (voor haar, account manager bij een van de betere reclamebureaus) gecomplementeerd wordt. Een leven als een reportage uit Knack Weekend, of erger, de Nina. Het leven zoals het geleid moet worden, als je succesvol wil lijken.
Dat designkids al eens overgeven, pampers vuil maken en hoge koorts kunnen hebben, dat wordt weggefotoshopt uit het beeldige plaatje.
Ze zei genieten, genieten van de kids, zoals je van een Magnum, of van een Dom Perignon geniet, of van Sushi van bij... Zou haar vader ooit gezegd hebben dat hij van zijn dochter wilde genieten? Zou haar grootvader gezegd hebben dat hij van zijn zoon wilde genieten? Grootvader had veel kinderen nodig, als goedkope werkkrachten op de kleine keuterboerderij en hij was blij als hij alle monden min of meer gevoed kreeg.
Haar vader had eigenlijk geen zin in kinderen, maar seks was om voort te planten had de pastoor hem en zijn godvrezende trees van een vrouw duizend keer voorgehouden. Toch hield hij van zijn dochter en was hij trots toen ze haar universitaire diploma behaalde. Die vent waar ze mee trouwde, een gladde tafelspringer, dat vond hij maar niks. Zijn kleinkinderen, Emma en Lientje, dat waren zijn oogappels. Als het van hem afhing, hij zou ze anders opvoeden, ze niet zo verwennen, ze buiten laten spelen, ze niet zo opdutten. Zo worden het rotverwende ettertjes, egoïsten, narcisten, heel speciale en unieke wezens, niet bestand tegen de ellende die deze planeet voor hen in petto heeft binnen enkele decennia. Die aarde, kapotgeconsumeerd door de ouders van deze beeldige pronkbloedjes.
Mensen hebben voorbeelden nodig, rolmodellen aan wie ze zich kunnen spiegelen. Zelf had vader altijd veel respect voor Louis Tobback gehad. Zijn dochter echter heeft haar volledige spirituele heil gevonden bij Patricia Ceyssens, ooit minister van ZelfPromotie, de oer e-mama die man, kinderen (kids dus), werk en coiffeur wist te combineren tot een succesvol toonbeeld van een bestaan. Dat ze tegenwoordig haar tijd grotendeels bij die laatste doorbrengt, doet niks af aan de existentiële dwingendheid van haar idool. Vader heeft ook een gloeiende hekel aan die uitdrukking ‘de kids’. Hij zegt altijd ‘ons klein mannen’. Dat is Vlaams, oprecht, daar spreekt liefde uit. Kroost. Om voor te zorgen.
Kids, dat zijn kinderen als genotsmiddel, verwisselbaar consumptieproduct, attribuut van succesvolle yuppy-types. Poch- en pronkprojecten. Merkwaardig is de meervoudsvorm. Kids komen minstens met twee. Een gezin met één kind, noemt dat kind niet ‘het kid’, maar onze dochter of onze zoon. Of sterker nog, Onze Robbe, of ons Paulientje. Noem ze bij hun eigennaam, niet bij hun soortnaam, of hun status.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten